woensdag 26 mei 2010

Mijn start als wethouder

Op 29 april is in Haarlem een nieuw college aangetreden. In bijna alle 431 gemeenten – niet in de gemeenten die per 1 januari 2011 fuseren – is een college benoemd of zal dat binnenkort gebeuren. 1.600 wethouders gaan aan de slag. Er is dus niets bijzonders aan de hand. Maar als je één van die nieuwe bestuurders bent dan voelt dat toch wat anders.
Tijdens mijn toespraak tot de gemeenteraad ging ik in op het streven Haarlem de komende jaren leefbaarder te maken. Met honderdvijftigduizend mensen op een kleine ruimte wonen, werken en recreëren en je daarbij ook nog prettig blijven voelen, vraagt creativiteit en het maken van keuzen. Naast het realiseren van bezuinigingen komt in de overeenkomst tussen D66, PvdA, VVD en mijn partij GroenLinks vaak het woord duurzaamheid voor. Duurzaamheid is meer dan milieu. Het gaat bijvoorbeeld ook over mobiliteit om en in de stad, over werken in de Waarderpolder, schone lucht en het verminderen van afval.

De eerste weken heb ik veel beleidsstukken gelezen en heb ik een groot aantal mensen leren kennen. Natuurlijk de collega’s van D66, PvdA en VVD in het college en de vele gespecialiseerde ambtenaren die op ontelbare beleidsvelden goed werk verrichten. Maar ook Haarlemmers die zich zorgen maken over bepaalde zaken of juist mij succes toewensen. Mijn portefeuille bestaat uit duurzaamheid, wijkgericht werken, mobiliteit en beheer en onderhoud. Een samenhangend pakket verantwoordelijkheden. Ik zal veel in de stad zijn en me inzetten voor zaken waar elke Haarlemmer elke dag mee te maken heeft.

Het college van B&W heeft inmiddels een aantal vergaderingen achter de rug. We zijn ons bewust van de verantwoordelijkheid die op ons rust om een enorme bezuinigingsoperatie tot een goed einde te brengen, dat wil zeggen zonder de stad en de inwoners daar al te zeer onder te laten lijden. Maar Haarlem moet ook verder worden ontwikkeld. De bezuinigingen zijn een direct gevolg van de kredietcrisis, maar die mogen niet tot gevolg hebben dat Haarlem vier jaar op stil staat.

Op zaterdag 8 mei was ik samen met directeur Nelleke Maan van Haarlem aanwezig bij de ingebruikname van de warmtekrachtkoppeling bij het Hoogheemraadschap Rijnland in de Waarderpolder. Een technisch hoogstandje waar door verstandig gebruik van onder andere rioolslib voldoende energie wordt opgewekt om elk jaar 1.250 woningen van groene energie te voorzien. Dat is 2% van onze energiebehoefte bij woningen in onze stad. Ik ben bijzonder vereerd dat Haarlem deze noviteit in huis heeft en zulke goede relaties onderhoudt met het waterschap. Schoon water, groene energie en duurzaamheid zijn belangrijke doelen waar Rijnland voor gaat. Maar warmtekrachtkoppeling biedt ook perspectief voor de toekomst. Haarlem heeft zich ten doel gesteld in 2030 klimaat neutraal te zijn. Dat betekent dat de stad kan voorzien in de eigen energiebehoefte. Wij gaan bijvoorbeeld onderzoeken of het op grote schaal opwekken van schone energie in de stad mogelijk is.

Op zondag 16 mei woonde ik in het Rozenprieel de overdracht bij van drijftuinen aan drie woonbootbewoners. Een wijkinitiatief van het zuiverste water, waardoor de leefbaarheid in de wijk wordt bevorderd. Tijdens mijn speech voor ongeveer vijftig belangstellenden heb ik aangegeven dat deze activiteit prima aansluit bij mijn portefeuille duurzaamheid en wijkgericht werken. Het Rozenprieel heeft een actieve wijkraad die streeft naar een goede vertegenwoordiging van de wijkbewoners en neemt goede initiatieven om de wijk leefbaarder te maken. De komende jaren zal het wijkgericht werken verder worden uitgebouwd. Haarlem is het waard.

Maandag 17 mei en woensdag 19 mei ben ik aanwezig bij het afscheid van Chris van Velzen en Hilde van der Molen. Ook Maarten Divendal neemt afscheid, op dinsdag 18 mei. Wethouders die hun sporen hebben verdiend. Gelukkig blijven Hilde en Chris zich inzetten voor de stad, ondermeer in hun nieuwe rol als fractievoorzitter in de gemeenteraad. Donderdagavond 20 mei zijn er de eerste commissievergaderingen waar voorstellen aan de orde komen die later in de gemeenteraad worden besproken.

Rob van Doorn

Wethouder duurzaamheid, wijken en mobiliteit