zaterdag 5 mei 2012

Dodenherdenking


Een rustige week is alweer achter de rug. Drie dagen verlof op maandag, dinsdag en woensdag. Donderdag was er een uitgestelde collegevergadering en dat heb ik gecombineerd met een interview over de bereikbaarheid van Haarlem met de auto. Ondersteund door verkeersdeskundige Jaap Bakker met het Haarlems Dagblad gesproken over het verschil tussen feiten en beleving. Haarlem moet nog het nodige doen aan de verbetering van de bereikbaarheid. Het college is bereid daar veel geld voor uit te trekken en dat ondanks de bezuinigingen. Maar Haarlem is ook al een topstad, in de afgelopen jaren beste winkelstad, beste woonstad, beste gereconstrueerde industriepark, meest gastvrije stad enz, enz. Haarlem mag trots zijn op wat is bereikt. En dat is een uitstekende uitgangspositie om het nog beter te gaan doen. Verbreding van de Waarderweg, verbetering verkeersveiligheid bij de Sportheldenbuurt en betere doorstroming van de Oudeweg, tweezijdige openstelling van de Waarderbrug, groot onderhoud aan de Prinsenbrug, we gaan ermee aan de slag. 

Gisteren was het dodenherdenking. Een jaarlijks terugkerend moment van bezinning en saamhorigheid, maar ook van historisch besef en bevestiging: dat nooit meer. Ik heb, voorafgaand aan de stille tocht naar het oorlogsmonument in het Reinaldapark, gewezen op de aandacht die we moeten geven aan tekenen van verval:  terrorisme, haat en afkeer van anderen. Veel kinderen, onder andere van de Brede School in Parkwijk waren bij de herdenking aanwezig. Zij zijn de toekomst. Wij moeten ervoor zorgen dat zij nooit hoeven te ervaren waar mensen in oorlogstijd toe in staat zijn. 

Rob van Doorn