Een opsteker voor de stad

De afgelopen dagen heb ik interessante artikelen gelezen. In een vakblad stond de volgende bijdrage.
"TomTom heeft een lijstje gemaakt van Nederlandse steden waar een automobilist de meeste vertraging ondervindt. Daarin is Groningen de drukste stad, gevolgd door Den Haag en Rotterdam. Groningen voert de Nederlandse lijst aan met gemiddeld twintig procent meer reistijd. Uitschieter is de ochtendspits met vijftig procent meer reistijd."

Wat fijn is dat Haarlem ontbreekt op deze lijst. Dit betekent dat we op de goede weg zijn. De maatregelen die we de komende jaren willen nemen zullen onze bereikbaarheid nog verder verbeteren. Een van die maatregelen is de aanpak van het stationsgebied. In het verenigingsblad van reizigersorganisatie Rover schrijft de voorzitter, Arriën Kruyt: "Het station en het stationsplein in Haarlem zijn grondig opgeknapt. Er is een grote ondergrondse fietsenstalling gebouwd met ruimte voor 5000 fietsen. Aan de Noordzijde komt er nog een fietsenstalling bij met 2500 plaatsen. De fiets- en busroutes naar het station zijn verbeterd. De loopafstand van de trein naar de bus is zo kort mogelijk. Bij de inrichting van station en stationsplein zijn Haarlemse Rovers nauw betrokken geweest. Er is in Haarlem goed naar reizigers geluisterd. Het gebruik van het OV is in Haarlem gestegen."

Rob van Doorn

"Stop met het aanleggen van asfalt"

Haarlem was gisteren gastheer van de Nederlandse gemeenten die een openbaar vervoersknooppunt hebben. Haarlem is zo'n gemeente. Ik mocht meer dan honderd bestuurders, belangenbehartigers, vertegenwoordigers van de vastgoedwereld, de NS en wetenschappers welkom heten in de Philharmonie na een leuke rondleiding in de stationsomgeving, die aanleiding gaf tot veel complimenten.
Tijdens het symposium werd gesproken over 'multimodale knelpunten' en 'de app als transportinnovator'.
Belangrijker dan al die termen is echter de onmiskenbare maatschappelijke ontwikkeling die zich afspeelt. Jongeren lijken zich af te keren van de auto en stappen in steeds grotere getale in het openbaar vervoer. Autoreistijd is verloren reistijd en een speeltje voor 40+-ers. In de trein kan worden doorgewerkt. De NS speelt hier handig op in door treinen en stations in sneltreinvaart te voorzien van wifi. Op stations komen goed geoutilleerde vergaderlocaties en de betere restaurants.
Ton Venhoeven, voormalig rijksadviseur Infrastructuur, voorspelt dat het fietsgebruik in steden als Haarlem de komende jaren tot boven de 50% zal stijgen.
'Ketenvervoer' (trein, bus, fiets en auto gaan elkaar aanvullen) is de nabije toekomst. Naar aanleiding hiervan reageerde prof. Zef Hemel van de Universiteit van Amsterdam met de provocerende uitspraak dat de verdere aanleg van asfalt onzin is.
Zijn stelling is dat openbaar bestuurders nu een keuze moeten maken. Een keuze voor het OV en de fiets. De auto raakt uit. Op de langere termijn verdwijnt de auto als dominant vervoermiddel. En dat komt niet alleen door de hoge brandstofprijzen. Vrachtverkeer vult dan de snelwegen. Al langer is duidelijk dat de aanleg van grote kantoorlocaties verleden tijd is. Dat heeft niet alleen te maken met de economische crisis, maar ook met het 'nieuwe werken'. Immers, de iPad functioneert overal.
Deze doorkijkjes naar de toekomst moeten middelgrote steden tot nadenken stemmen en leiden tot een herijking van het beleid. De stille revolutie binnen verkeer en vervoer en de digitale wereld zal blijvende sporen nalaten.

Rob van Doorn

Dag van de Duurzaamheid

Een paar leuke en interessante dagen zijn voorbij. Dinsdag ontving ik leden van de Vogelwerkgroep. Zij hebben consciëntieus in kaart gebracht wat de vogelstand is bij De Lage Kadijk. Dat is belangrijk werk dat grote zorgvuldigheid vraagt van de toegewijde vrijwilligers. De komende tijd zullen wij de gegevens verwerken en de raad over de bevindingen informeren.


En gisteren was het Duurzaamheidsdag. Een elk jaar terugkerende feestdag waarin vele duurzaamheidsinitiatieven worden besproken en acties plaatsvinden. 's Ochtends las ik voor aan kinderen uit groep 8 van basisschool De Talenten in de Slachthuisbuurt. Wat een enthousiasme en wat veel duurzame ideeën van deze kinderen van rond de twaalf jaar. Daar kunnen velen een voorbeeld aan nemen. Vervolgens was ik samen met GroenLinks raadslid Daphne Huysse in het Heempark in Schalkwijk bij de ingebruikname van het eerste op het riool aangesloten hondentoilet. Voortaan leveren hondendrollen geen overlast meer op, maar laten ze lampen branden in onze duurzame stad. Een uitstekend initiatief van Daphne, die een ergernis laat verdwijnen en een opbrengst ervoor in de plaats zet. Hier kan in veel Nederlandse gemeenten een voorbeeld aan worden genomen.

groep 8 van basisschool De Talenten

Tot slot fietste ik me 's middags het snot voor de ogen bij de introductie van het energiespel waarmee alle Haarlemmers elk jaar veel geld kunnen besparen. Een uitstekend idee van de raadsleden Marceline Schopman (PvdA) en Hessel Kruisman (GroenLinks). Drie duurzame knallers op een dag.

Haarlem, de duurzame kern van Zuid-Kennemerland. Zie www.degroenemug.nl.

Rob van Doorn

Crisis in de partij

Politiek kan hard zijn. Nu is er crisis in GroenLinks. De partijleider, Jolande Sap, is naar huis en het partijbestuur is afgetreden. Ooit heb ik een lector economie gehad die zei dat een crisis geen ziekte is, maar een medicijn. Mijn partij werkt hard om er nu en na deze terugslag weer tegenaan te kunnen.
GroenLinks bestaat na een fusie van vier partijen bijna een kwart eeuw en dit is de eerste moeilijke periode. Andere politieke partijen zijn ons voorgegaan. De crisis in het CDA tijdens de samenwerking met de PVV. De problemen in de PvdA van Job Cohen na het verlies van de VVD. Enige tijd daarvoor de strijd in de VVD tussen Mark Rutte en Rita Verdonk. D66 heeft zelfs enige jaren geleden een tijdje op 0 zetels gestaan in de peilingen. Een crisisperiode gaat natuurlijk weer voorbij, maar leidt alleen tot een sterkere partij als de rust aanwezig is om  de gelederen te sluiten. GroenLinks heeft bestaansrecht en een mooie toekomst als innovatieve, progressieve linkse partij. We werken er aan dat overtuigend over het voetlicht te brengen. Dat doen we landelijk, maar ook en vooral in al die gemeenten waar GroenLinks is vertegenwoordigd in colleges en gemeenteraden.

Rob van Doorn

Gemeentelijke samenwerking

Vandaag was ik op uitnodiging van een aantal Noord-Limburgse en Noord-Brabantse gemeenten te gast op het Floriadeterrein bij Venlo. 25 bestuurders uit zes gemeenten en een vertegenwoordiging van de provincie Limburg zaten bijeen. Onlangs is de fusie van de gemeenten Mook en Middelaar, Bergen en Gennep mislukt en samenwerking is nu het devies. Maar hoe doe je dat? In mijn vorige arbeidzame leven en nu in de regio Zuid-Kennemerland heb ik veel met samenwerking binnen de overheid te maken. Haarlem is bezig de banden aan te halen met Amsterdam, Haarlemmermeer, Zaandam, Purmerend en andere gemeenten.
Deze ervaring is gedeeld met Noord-Limburg. Samenwerking tussen gemeenten is belangrijk en noodzakelijk. We zijn geen concurrenten, er vloeit regelmatig kostenbesparing uit voort en de kwaliteit van de dienstverlening is er vaak mee gediend. Haarlem is geen eiland en de regio Zuid-Kennemerland ook niet. Met Haarlemmermeer werken we aan versterking van onze ICT. Een miljoenenproject. Met Bloemendaal, Zandvoort en Heemstede gaan we voor verbetering van de bereikbaarheid. Met onder meer de IJmond zijn we onze milieutaken aan het verbeteren en met 34 andere grote gemeenten gaan we voor een duurzamer Nederland.
Haarlem werkt graag samen. Succes ligt om de hoek.

Rob van Doorn