Tijdens het symposium werd gesproken over 'multimodale knelpunten' en 'de app als transportinnovator'.
Belangrijker dan al die termen is echter de onmiskenbare maatschappelijke ontwikkeling die zich afspeelt. Jongeren lijken zich af te keren van de auto en stappen in steeds grotere getale in het openbaar vervoer. Autoreistijd is verloren reistijd en een speeltje voor 40+-ers. In de trein kan worden doorgewerkt. De NS speelt hier handig op in door treinen en stations in sneltreinvaart te voorzien van wifi. Op stations komen goed geoutilleerde vergaderlocaties en de betere restaurants.
Ton Venhoeven, voormalig rijksadviseur Infrastructuur, voorspelt dat het fietsgebruik in steden als Haarlem de komende jaren tot boven de 50% zal stijgen.
'Ketenvervoer' (trein, bus, fiets en auto gaan elkaar aanvullen) is de nabije toekomst. Naar aanleiding hiervan reageerde prof. Zef Hemel van de Universiteit van Amsterdam met de provocerende uitspraak dat de verdere aanleg van asfalt onzin is.
Zijn stelling is dat openbaar bestuurders nu een keuze moeten maken. Een keuze voor het OV en de fiets. De auto raakt uit. Op de langere termijn verdwijnt de auto als dominant vervoermiddel. En dat komt niet alleen door de hoge brandstofprijzen. Vrachtverkeer vult dan de snelwegen. Al langer is duidelijk dat de aanleg van grote kantoorlocaties verleden tijd is. Dat heeft niet alleen te maken met de economische crisis, maar ook met het 'nieuwe werken'. Immers, de iPad functioneert overal.
Deze doorkijkjes naar de toekomst moeten middelgrote steden tot nadenken stemmen en leiden tot een herijking van het beleid. De stille revolutie binnen verkeer en vervoer en de digitale wereld zal blijvende sporen nalaten.
Rob van Doorn