Afgelopen vrijdag en de week daarvoor waren er vergaderingen op het provinciehuis over twee belangrijke gebieden rond Haarlem: de Binnenduinrand -het gebied tussen het Noordzeekanaal, de zee en Haarlem- en de Bufferzone dat tussen Haarlem en Amsterdam ligt. Staatssecretaris Bleker wil het beheer van alle landschappen voortaan aan de provincies overlaten. Als 'beloning' voor het overnemen van dit belangrijke werk krijgen de provincies € 600 miljoen per jaar minder te besteden dan het rijk in de voorbije jaren beschikbaar had. Ik heb respect voor de provincie Noord-Holland die deze handschoen oppakt met zoveel minder geld. Aan mij is gevraagd als coördinator op te treden van de ontwikkeling van de Binnenduinrand: het bepalen van de toekomst voor de komende twintig tot dertig jaar. Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland maakt deel uit van de Binnenduinrand. Het Recreatieschap Spaarnwoude is onderdeel van de Bufferzone. Het kabinet kiest ervoor de handen af te trekken van natuurbeleid. Wat in 50 jaar is opgebouwd dreigt in een paar jaar in de gevarenzone terecht te komen. Binnenkort zal ik de gemeenteraad informeren over de uitdaging waar Haarlem en de buurgemeenten voor komen te staan. Daarbij zal moeten worden gekeken naar alternatieve inkomstenbronnen en naar slimmere beheer afspraken.
Rob van Doorn