In het VNG Magazine stond mijn onderstaande verhaal over
democratie en de rol van de raad gepubliceerd:
Willem van Rosmalen, gemeentesecretaris van Schijndel,
vindt dat democratie tijd en geld kost. Niemand zal dit bestrijden. De enige
oplossing is een dictatuur, maar de laatste keer dat deze in Nederland aan de
orde was bleken er verrassend weinig mensen gelukkig van te worden. Met andere
woorden: houdt op met het zoeken naar oplossingen voor het probleem van de
vermeende geringe betrokkenheid van de burger bij de politiek door te minderen
in het aantal volksvertegenwoordigers of het verlengen van de zittingsduur.
Beide voorstellen vergroten de afstand tussen burger en gekozene. Het probleem
ligt bij de politiek zelf. De politiek is onvoldoende in staat gebleken
adequaat in te spelen op maatschappelijke veranderingen. Die bestaat eruit dat
burgers er geen zin in hebben lid te worden van een politieke partij, die met
moeilijke ideologische verhandelingen uitlegt hoe de wereld er over tig jaren
zou moeten uitzien. Zij kiezen voor het rechtstreeks benaderen van politieke
partijen of bestuursorganen om hun wensen van dit moment kracht bij te zetten
of hun onvrede kenbaar te maken.
‘De’ burger ziet het belang van het bestuur en de
politiek en wendt zich ertoe als een probleem nu moet worden opgelost. De
overheid als hara-doekje. Het blijkt dat de afstand tussen politiek en burger
niet groter wordt, maar juist kleiner. Een politicus is zo gevonden, en door
moderne communicatiemiddelen is de politiek transparanter dan ooit. ‘De’
politiek en bestuursorganen communiceren zich een breuk, maar zien geen
blijmoedige burgers. Immers, wat vandaag een probleem is moet morgen zijn
opgelost. En fouten in het verleden worden de hele politiek aangerekend. Het
enige antwoord is goed, snel en effectief handelen van de overheid, die daar
door haar structuur en cultuur meestal niet toe in staat is.
Uit bovenstaande mag worden afgeleid dat veel mensen
zeer geïnteresseerd zijn in politiek, voor zover die politiek probleemoplossend
werkt en niet stremmend. Maar ook is de conclusie gerechtvaardigd dat politieke
partijen hun positie moeten heroverwegen. Op dit moment zijn iets meer dan
300.000 mensen lid van een politieke partij. Ongeveer 10% daarvan is actief.
Dit betekent dat uit een plasje van 30.000 mensen ongeveer 16.000
bestuursfuncties moeten worden ingevuld, die een zee van miljoenen mensen
vertegenwoordigen. Als dat niet goed gaat geef die zee dan de mogelijkheid het
plasje te laten verdwijnen: open de mogelijkheid dat de raad zichzelf ontbindt
en nieuwe tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen organiseert. Ja, daar zitten
veel nadelen aan, maar ook een belangrijk en allesoverheersend voordeel in deze
tijden: de democratie komt dichter bij de mensen. Wie kan daar nu tegen zijn?
Rob van Doorn
Wethouder Haarlem