dinsdag 3 juli 2012

De sterke man

Democratie houdt onder meer in dat alle stemgerechtigden met een zekere regelmaat hun vertegenwoordigers in Kamer, staten en raden kiezen. Tussen de verkiezingen door is er sprake van een permanente zoektocht naar het evenwicht tussen bestuurders - ministers, gedeputeerden en wethouders - en volksvertegenwoordigers bij het tot stand brengen en uitvoeren van het beleid. Daarbij luisteren de volksvertegenwoordigers goed naar geluiden uit de samenleving. Die balans wordt soms ruw verstoord en kost dan de kop van een bestuurder of het hele bestuur: het kabinet valt of een wethouder stapt op.
Soms hoor je dan de roep om de 'sterke man', de bestuurder die alles doorziet en als een soort Messias de juiste weg wijst. In de wereldgeschiedenis zijn meerdere voorbeelden op te sommen waarmee het meestal niet goed is afgelopen. In ons land zijn er recente voorbeelden. Geert Dales, Gert Leers en Geert Wilders zijn voorbeelden, en natuurlijk kan Pim Fortuyn in dit rijtje worden gezet. De sterke partijleider of de sterke burgemeester. Hij lijkt onfeilbaar en heeft het beste met zijn mensen voor. Na verloop van tijd gaat het dan toch vaak mis. De ene oud-burgemeester faalt als bestuursvoorzitter van een hogeschool en de andere kan als minister niet imponeren. En Geert Wilders? Ach, iedereen weet dat democratie zelfs in zijn partij ontbreekt.
Democratie vraagt samenspel en compromisbereidheid. Dat is 'sterke mannen' niet gegeven. Wanneer een enkel persoon de ruimte krijgt veel macht naar zich toe te trekken is het begin van het einde van de democratie zoals wij die kennen daar.

Rob van Doorn