De Volkskrant van 22 augustus schrijft dat onderzoek aantoont dat het vertrouwen erg laag is in Geert Wilders en vrij hoog in Emile Roemer.
Volgens politicologen vertegenwoordigen beide politici een populistische stroming. Zij zeggen wat 'het volk' graag wil horen. Hoe het dan komt dat Wilders slecht scoort, zegt het artikel niet. Misschien omdat de PVV het kabinet gedoogde en al vaker is bewezen dat politiek van wantrouwen niet werkt. In ieder geval voel ik meer verwantschap met Roemer, zeker op de sociale dossiers.
In Nederland zijn niet zoveel mensen actief in de politiek, maar het zijn ongetwijfeld allemaal mensen met idealen. Idealen over de manier waarop mensen in ons land het zo prettig of zo goed mogelijk met elkaar moeten hebben. Natuurlijk zijn idealen niemand vreemd, maar politici koppelen hun persoonlijke ambitie aan de door hun partij gewenste maatschappelijke ontwikkeling. En daar is niks mis mee. Hoe het dan komt dat politici qua vertrouwen volgens het artikel op hetzelfde niveau staan als autoverkopers, is nooit goed onderzocht. Zegt dat iets over autoverkopers of over politici?
De politici die ik ken werken hard, hebben hart voor de stad Haarlem en doen alles om partijidealen te realiseren. En natuurlijk botst dat ook weleens. De politieke arena - de raad en het college van B&W - is er immers voor bedoeld om de discussie met elkaar aan te gaan. Dat werkt beter dan dat 100.000 volwassen Haarlemmers doorlopend met elkaar in debat gaan. De Haarlemse politiek houdt rekening met belangen van groepen in de stad en weegt die. Dat gebeurt al lang en daar hebben we een mooie stad aan over gehouden. Ook in het nieuwe politieke seizoen gaan we hiermee door.
Rob van Doorn