Op 13 oktober 2012 citeerde ik professor Zef Hemel, die aangaf dat de verdere
aanleg van asfalt onzin is.
Mijn gevolgtrekking op dat moment: "Autoreistijd is verloren reistijd en een speeltje voor 40-plussers. In de trein kan worden doorgewerkt."
Zaterdag 24 november staat in De Volkskrant een artikel van twee pagina's met als kop "Autorijden, echt iets voor 40-plussers".
De opvatting dat er met name onder jonge mensen iets gaande is, wordt van verschillende kanten onderbouwd. Bert van Wee, hoogleraar transportbeleid, wordt geciteerd: "Ik denk dat we op termijn een kentering gaan zien in de rol die de auto inneemt". En Bert Immers, hoogleraar transport en infrastructuur: "voor ouderen is de auto nog echt hun levenslijn naar de maatschappij".
Hoewel de effecten van de economische crisis niet mogen worden onderschat, is duidelijk dat de smartphone een groter statussymbool aan het worden is dan de auto en aanzienlijk praktischer. De uitdaging voor de komende decennia is hoe we hierop inspelen. Een weg wordt aangelegd voor zeker vijftig jaar. Op dit moment werkt Haarlem aan de Structuurvisie Openbare Ruimte. Daarin worden keuzes gemaakt voor de komende tientallen jaren. Onder meer verkeersplanologen adviseren Haarlem vooral in fietsverkeer te investeren. "Elke euro investering in de fiets levert rendement op". En de werkelijkheid is dat de afgelopen jaren veel meer overheidsgeld is gestopt in de auto dan in de fiets. Dat is niet raar als men zich realiseert dat regeringsbeleid door 40-plussers wordt gemaakt. Echter, regeren is vooruitzien. Het feit dat de stijging van autokilometers uitsluitend door 40-plussers wordt veroorzaakt doet je nadenken. Ik zet erop in dat dit nadenken leidt tot verstandige keuzes voor de toekomst.
Rob van Doorn
Mijn gevolgtrekking op dat moment: "Autoreistijd is verloren reistijd en een speeltje voor 40-plussers. In de trein kan worden doorgewerkt."
Zaterdag 24 november staat in De Volkskrant een artikel van twee pagina's met als kop "Autorijden, echt iets voor 40-plussers".
De opvatting dat er met name onder jonge mensen iets gaande is, wordt van verschillende kanten onderbouwd. Bert van Wee, hoogleraar transportbeleid, wordt geciteerd: "Ik denk dat we op termijn een kentering gaan zien in de rol die de auto inneemt". En Bert Immers, hoogleraar transport en infrastructuur: "voor ouderen is de auto nog echt hun levenslijn naar de maatschappij".
Hoewel de effecten van de economische crisis niet mogen worden onderschat, is duidelijk dat de smartphone een groter statussymbool aan het worden is dan de auto en aanzienlijk praktischer. De uitdaging voor de komende decennia is hoe we hierop inspelen. Een weg wordt aangelegd voor zeker vijftig jaar. Op dit moment werkt Haarlem aan de Structuurvisie Openbare Ruimte. Daarin worden keuzes gemaakt voor de komende tientallen jaren. Onder meer verkeersplanologen adviseren Haarlem vooral in fietsverkeer te investeren. "Elke euro investering in de fiets levert rendement op". En de werkelijkheid is dat de afgelopen jaren veel meer overheidsgeld is gestopt in de auto dan in de fiets. Dat is niet raar als men zich realiseert dat regeringsbeleid door 40-plussers wordt gemaakt. Echter, regeren is vooruitzien. Het feit dat de stijging van autokilometers uitsluitend door 40-plussers wordt veroorzaakt doet je nadenken. Ik zet erop in dat dit nadenken leidt tot verstandige keuzes voor de toekomst.
Rob van Doorn