zondag 28 april 2013

Stadslandbouwers bijeen


Vrijdag 26 april was de tweede netwerkbijeenkomst Stadslandbouw, georganiseerd door Platform Haarlem Groener en de gemeente Haarlem. De eerste netwerkbijeenkomst vond een half jaar geleden plaats en er is ondertussen al veel gebeurd. Het platform Haarlem Groener heeft een plek veroverd en timmert aan de weg om Haarlemmers en Haarlemse groeperingen, die de gezamenlijke zorg voor een stuk grond hebben, aan elkaar te koppelen. De gemeente bracht in kaart waar tijdelijke stadslandbouwplekken zijn. Letterlijk in kaart gebracht, in de plattegrond van Haarlem. De kaart moet nog door het college worden vastgesteld en daarna publiceren we haar. De Ripperda buurttuin is een voorbeeld van zo'n mogelijke locatie. Deze tuin kwam twee weken geleden door de Nudge City Challenge in een stroomversnelling en is al voor een groot deel gemaakt.

Daniel de Jong van de Wageningen Universiteit vertelde over stadslandbouw in andere steden. Daarna gingen de deelnemers uiteen in themasessies over natuur & gezondheid, ondernemerschap, hoe onderhoud ik een kennisnetwerk en groen voor en door de buurt. De middag was een vruchtbaar samenzijn van Haarlemmers met een groen hart en (vaak) groene vingers. Er werd genetwerkt, adressen uitgewisseld en er werd over lekker zelf gekweekt eten gesproken.
Wanneer u samen met anderen groenten wilt verbouwen of bloemen kweken kijk op www.haarlemgroener.nl of www.degroenemug.nl.

Rob van Doorn

vrijdag 26 april 2013

Hierna Haarlem


Een overweldigende hoeveelheid reacties kregen wij deze week op de nieuwe campagne Hierna Haarlem. Het ene na het andere interview-verzoek kwam binnen, zelfs van de landelijke media. Verrassend? Misschien wel niet want onze Haarlemse begraafplaatsen, die deze campagne onder de aandacht brengt, zijn natuurlijk ook prachtig! Kijk maar eens op de nieuwe website www.hiernahaarlem.nl

Rob van Doorn    
opnamen voor PowNews

donderdag 25 april 2013

Betaald fietsparkeren


De Nederlandse Spoorwegen weten veel van treinen en ook van de wijze waarop treinpassagiers naar het station komen. Dagelijks komt 42 procent van de treinreizigers op de fiets naar het station. In 2000 ging 2,5 procent van alle fietsritten naar het station, nu is dat al vier procent. Sommige waarnemers verwachten dat de dagelijkse parkeerergernis de geesten rijp maakt voor betaald fietsparkeren.

NS-woordvoerder Witmer die de gegevens van alle stations kent, heeft hierover een andere opvatting: ‘De prijs maakt eigenlijk niet uit. In de stallingen die wij exploiteren, zie je altijd dat de betalingsbereidheid maximaal 30 procent is.’ Zeventig procent wil dus geen cent kwijt aan een stalling.

Ook in Haarlem zal op enig moment de discussie over betaald fietsparkeren oplaaien. De gigantische ondergrondse parkeergarage bij het station is doorlopend goed gevuld. De bekendheid van de Fiets-In is groot en de dienstverlening van de Paswerkmedewerkers, die 21 uur per dag hun werk blijmoedig verrichten, ongeëvenaard.

Binnenkort kan worden gestart met de bouw van een fietsflat aan de kant van het Kennemerplein. Zelfs met die voorziening erbij is het waarschijnlijk dat Haarlem op termijn te weinig stallingsmogelijkheden heeft in het stationsgebied. Het probleem van de weesfietsen dient zich nu al elke dag aan.

Met deze feiten moet rekening worden gehouden als het onderwerp betaald fietsparkeren in Haarlem aan de orde komt.

Rob van Doorn





woensdag 24 april 2013

Tevreden over parkeergarages en bereikbaarheid


Binnenkort komt de parkeervisie in de commissie Beheer. Belangrijk onderdeel van de visie is de inzet van de zes parkeergarages rond de binnenstad. Om helder te krijgen hoe de gebruiker de parkeergarages en de bereikbaarheid daarvan ervaart organiseert Haarlem jaarlijks een onderzoek.

In het najaar van 2012 heeft de gemeente Haarlem voor de derde keer de Parkeermonitor gehouden. Deze enquête onder gebruikers van de garages Stationsplein, Houtplein, Raaks, De Kamp, Cronjé en Appelaar geeft de ontwikkeling weer in het gebruik, de beleving en de waardering van de parkeergarages. Over het algemeen zijn de geënquêteerde gebruikers zeer tevreden over de parkeergarages. Garage de Kamp kreeg met een 7,1 de minste beoordeling, de Cronjégarage de hoogste, een 8,2.


Het meest bepalend bij de keuze voor een parkeergarage is de ligging ervan ten opzichte van de bestemming. Comfort of het aantal beschikbare parkeerplaatsen spelen nauwelijks een rol. Verder zijn parkeerders redelijk honkvast.

Een ruime meerderheid van de Haarlemmers geeft de bereikbaarheid van de Haarlemse binnenstad een voldoende. De bezoekers van buiten de Haarlemse regio zijn zeer positief over de bereikbaarheid van de binnenstad, ook al was tijdens de laatste Parkeermonitor de Prinsenbrug afgesloten. Dat was mogelijk ook de reden voor de daling van het totale gemiddelde rapportcijfer (dus van Haarlemmers en niet-Haarlemmers) voor de bereikbaarheid van Haarlem van een 7,1 naar een 6,8. Gelukkig nog steeds een ruime voldoende.

Rob van Doorn.







dinsdag 23 april 2013

Twee Haarlemse koepels


De koepelgevangenis is een rijksmonument, dat over een paar jaar echt de monumentenstatus gaat waarmaken, wanneer de functie van Huis van Bewaring eindigt. Vele nieuwe functies worden al geopperd: hotel, appartementencomplex en vandaag hoorde ik de nieuwste: parkeergarage Haarlem-Oost... Het woord "parkeren" krijgt zo een verrassende dimensie.
De tweede koepel is van de aula van begraafplaats Akendam aan de Vergierdeweg. De aula bleek tijdens de hernieuwde ingebruikname vandaag een eigentijds uiterlijk te hebben gekregen. Ook is een prachtige site ontwikkeld waarmee de aantrekkelijkheid en schoonheid van de drie Haarlemse begraafplaatsen naar voren komt: www.hiernahaarlem.nl.  Steeds meer mensen ontdekken deze uitstekend onderhouden parken met een bijzondere functie.
Begraven in Haarlem, welk mooier einde kun je wensen?

Rob van Doorn

maandag 22 april 2013

Afvalscheiding moet beter

De afgelopen jaren heeft Haarlem een achterstand opgelopen in het scheiden en ophalen van afval. Veel grote gemeenten hebben de scheiding van grondstoffen bij de bron boven de 40 % terwijl Haarlem blijft steken op 37 %. Dat moet snel anders, al was het maar omdat onze stad op andere terreinen zoals zonne-energie, woningisolatie en groen gas vooroploopt en we in 2030 klimaatneutraal willen zijn.


De laatste maanden is gewerkt aan een plan om duurzaam afvalbeheer mogelijk te maken door veel meer afval gescheiden in te zamelen en minder afval te verbranden. Om te voldoen aan de landelijke richtlijnen moet Haarlem binnen drie jaar 45% van al het huishoudelijk afval scheiden. De plannen worden in mei besproken in de commissie Beheer. Daarbij kan gekozen worden uit drie varianten. De financiële gevolgen worden verwerkt in de Kadernota.

Op het terrein van afvalbeheer zijn nationaal en internationaal grote veranderingen gaande. Beleid en wetgeving vanuit Europa en het Rijk zijn er op gericht duurzaam afvalbeheer te stimuleren. Voor Haarlem betekent dit dat in 2015 minimaal 45% van al het huishoudelijk afval gescheiden moet worden. Momenteel scheiden Haarlemmers 37 % van het afval. Gemeenten die de doelstelling niet halen, worden geconfronteerd met een korting op de vergoedingen die zij ontvangen voor het inzamelen van gescheiden afval.

Van de drie varianten kent de eerste variant extra ondergrondse containers bij hoog- en laagbouw voor de stromen papier, glas, textiel en kunststof bij zowel de hoogbouw als de laagbouw. Variant twee biedt extra ondergrondse containers en een rolcontainer voor de laagbouw. Deze variant maakt onderscheid in de aanpak voor hoog- en laagbouw. Bij de laagbouw wordt het groente, fruit en tuinafval (GFT) al bij veel woningen aan huis ingezameld. Laagbouwwoningen die over een GFT rolcontainer (kunnen) beschikken, ontvangen ook een rolcontainer voor kunststof. De laatste variant gaat uit van extra ondergrondse containers en twee rolcontainers in de laagbouw, voor plastic én papier.

Rob van Doorn



vrijdag 19 april 2013

Energie van eigen bodem

De laatste dagen is veel gepubliceerd over de conferentie Spaarne Energie, die afgelopen maandag werd georganiseerd in de Lichtfabriek. In de ruimte waar in het verleden een enorme generator stond opgesteld, waren meer dan honderd vertegenwoordigers van grote en kleinere organisaties bijeen om te spreken over het opwekken van groene energie op Haarlemse bodem. Negentien bedrijven, instellingen en corporaties tekenden een intentieverklaring: ze willen bijdragen aan de oprichting van een Haarlems eigen lokale energiebedrijf Spaarne Energie.

fotograaf Jurriaan Hoefsmit


Haarlem heeft het plan om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Dat is tien jaar eerder dan bijvoorbeeld Amsterdam en dus een ambitieus voornemen dat alleen slaagt als Haarlemse burgers en bedrijven meewerken en we samen in staat zijn op grote schaal zelf energie op te wekken. Voor een deel doen we dat al door honderden zonnepanelen te gebruiken, door groen gas te winnen op Schoteroog en door onze inzet om met Haarlemmermeer een vergistingsinstallatie te realiseren. Ook willen we aan de slag met duurzaam afvalbeheer en het opwekken van energie uit asfalt. Bedrijven in de Waarderpolder en bijvoorbeeld woningcorporatie Elan werken nu al met Warmte en Koude Opslag (WKO). Hotel Haarlem-Zuid heeft een installatie voor Warmte Kracht Koppeling (WKK).
Maar we zijn er nog lang niet. Het proces moet sneller en intensiever. Groene energie wordt steeds aantrekkelijker dan het ouderwetse gas en elektriciteit. Wanneer iedereen dat weet en bereid is daarin te investeren, dan komen we er.

Rob van Doorn




donderdag 18 april 2013

Going Dutch!

Op 26 april vindt de netwerkbijeenkomst Stadslandbouw plaats op het Stadhuis, tussen 12.30 en 18.00 uur. Een vervolg op de succesvolle startbijeenkomst Haarlem Oogst die wij in november vorig jaar organiseerden. Meer info kunt u vinden via de onderstaande link.

Daar staat ook een mooi artikel dat onlangs verscheen in het grootste moestuinblad van Engeland. Over? De Doe tuintjes in Haarlem. De redactie van het blad vindt ons Haarlemse systeem fantastisch. Lees het interview met Ruby Groenewoud (uit Haarlem!): http://www.degroenemug.nl/pages/posts/kom-naar-netwerkbijeenkomst-stadslandbouw-688.php

Rob van Doorn



zaterdag 13 april 2013

Water uit de kraan



Nudge is het geesteskind van Jan van Betten dat originele ideeën over duurzaamheid koppelt aan concrete en supersnelle uitvoering.
Het is deze organisatie die erin is geslaagd met ongeveer honderd vrijwilligers drie uitstekende voorstellen te bedenken en binnen 24 uur op 12 april in de praktijk te brengen. Op het Ripperdaterrein werd in no-time een groot stuk land ingericht voor stadslandbouw. De komende maanden groeien daar aardappelen en groenten. In het Reinaldapark werd een tijdelijke trimbaan tot stand gebracht om te laten zien dat op eenvoudige wijze de conditie kan worden verbeterd en op de Grote Markt stond een tijdelijk tappunt voor kraanwater waarmee de horeca wordt opgeroepen water uit flesjes te vervangen door water uit de kraan. Dat is veel goedkoper en voorkomt afval. PWN werkte van harte mee met dit initiatief.

Haarlem heeft als eerste stad van Nederland laten zien wat de inwoners en lokale ondernemers kunnen bereiken als ze er samen de schouders onder zetten. In Haarlem blijft het opgebouwde netwerk ook na 12 april actief en het netwerk heeft de ambitie om vele ingezonden ideeën uiteindelijk tot een succesvol resultaat te brengen.

Op de sites van Nudge en De Groene Mug vindt u meer informatie over de City Challenge: www.nudge.nl/haarlem en www.degroenemug.nl.

Rob van Doorn

woensdag 10 april 2013

Landal: 'ja' of 'nee'

Woensdag 24 april 2013 is het zover. Het algemeen bestuur van het recreatieschap Spaarnwoude doet dan definitief uitspraak over de aanpak van het Fort Benoorden Spaarndam en de gelijktijdige bouw van tachtig vakantiehuisjes door Esbi-bouw. Bij een 'ja' gaat de gemeente Velsen aan de slag. De kwestie kwam onlangs weer in het nieuws, omdat de raad van de gemeente Haarlemmerliede-Spaarnwoude van mening is veranderd over het thema. Het krachtige 'neen' is veranderd in een stevig 'ja'. Met 6 tegen 5 vindt de lokale volksvertegenwoordiging dat de gemeente Velsen het verkeer van en naar de huisjes over eigen grondgebied moet afwikkelen. Maar de huisjes mogen er komen. Lichtelijk demagogisch zou het standpunt betrokken kunnen worden dat de vertegenwoordigers van bijna 1 miljoen inwoners tegen zijn en de vertegenwoordigers van ruim 200.000 inwoners voor. Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling bepaalt de uitkomst. Daarin zitten wethouders van Amsterdam, Haarlemmermeer, Velsen en Haarlem en de burgemeester van Haarlemmerliede-Spaarnwoude. Een gedeputeerde van Noord-Holland is voorzitter van het bestuur. De bestuursstructuur van de schappen in Noord-Holland staat ter discussie. Het is waarschijnlijk dat in de nabije toekomst de provincie het overkoepelende beleid van de schappen gaat bepalen en de betrokken gemeenten per schap de scepter gaan zwaaien, maar nu is het 't huidige bestuur dat de besluiten neemt.
Iedereen is benieuwd naar de reden waarom Haarlemmerliede-Spaarnwoude zonder zichtbare aanleiding van mening lijkt te zijn veranderd. We gaan het vast op 24 april horen.

Rob van Doorn

dinsdag 9 april 2013

Duurzame ontwikkelingen


Vorige week vrijdag was ik aanwezig bij een bijeenkomst van het GDO, Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling. Het GDO verbindt sinds de oprichting gemeenten met een centrum voor Natuur en Milieueducatie. Haarlem heeft zo'n centrum aan de Kleverlaan. De laatste jaren ontwikkelt het GDO zich onder meer tot kennisorganisatie. Namens Haarlem ben ik bestuurslid.
Tijdens de vergadering werden een paar ontwikkelingen duidelijk.

Er is sprake van een aantal in het oog springende veranderingen in onze samenleving. Stadslandbouw groeit landelijk als kool. Er ontstaan her en der zorgcoöperaties en repaircafé's. 'DE' (Duurzame Energie) Ramplaan is een voorbeeld van zo'n intensieve wijkgerichte samenwerking. Omringend landschap, parken en groen in wijken worden intensiever beleefd. Straten en huizenblokken werken samen in de aanschaf van zonnepanelen en de aanpak van woningisolatie. Het onderwijs speelt hierop in en leert onze kinderen het belang van duurzaam leven.
Niet alleen in Haarlem vinden deze ontwikkelingen plaats, maar onze stad is wel een voorloper. Het is niet voor niets dat in Haarlem het gas en elektriciteitsverbruik (veel) lager is dan gemiddeld in Nederland.
Bij veel initiatieven in en voor de stad is de gemeente de satéprikker die instellingen en bedrijven bij elkaar brengt en zorgt voor verdieping, verbinding en continuïteit. Het effect wordt 'meervoudige waardecreatie' genoemd: er wordt energie bespaard en dat leidt tot minder uitstoot van CO2, het bespaart geld en het brengt je in contact met de natuur. Alleen maar voordelen dus.

Binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA), de bijna veertig gemeenten in onze stadsregio, wint het streven naar duurzaamheid snel aan belang. Afgesproken is dat elke gemeente eigen ontwikkelingen stimuleert, maar gezamenlijk wordt gewerkt aan energiebesparing en -opwekking enerzijds en grondstoffenbesparing en hergebruik anderzijds. Het gaat hierbij om miljarden euro's.

Niet zelden is de gemeente de initiator van nieuwe ontwikkelingen. Spaarne Energie is zo'n nieuwe aanpak. Samen met het bedrijfsleven, adviserende partijen en corporaties zoeken we in Haarlem  naar een methode om binnen onze gemeentegrenzen op brede schaal groene energie op te wekken. Deze partijen komen niet zelf tot een dergelijk initiatief, omdat het te ingewikkeld en omvangrijk is en teveel specifieke deskundigheid vraagt. Maandagmiddag 15 april organiseert Haarlem een congres in de Lichtfabriek over dit thema. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich opgeven bij de gemeentelijke afdeling milieu: milieu@haarlem.nl t.a.v. Hanneke Laffra.

Rob van Doorn

vrijdag 5 april 2013

De toekomst van de binnenduinrand


Woensdagavond kwamen bestuurders, raads- en statenleden van de gemeenten in Zuid-Kennemerland, Velsen en de provincie Noord-Holland bijeen in de burgerzaal van het Heemsteedse raadhuis om met elkaar te praten over een van de belangrijkste natuurgebieden in Noord-Holland, de binnenduinrand. Dit gebied wordt globaal begrensd door het Noordzeekanaal, de westzijde van Haarlem en de grens met de gemeente Haarlemmermeer. Een fantastisch divers gebied, bestaande uit duinen, strand, het Westelijk Tuinbouwgebied en bijvoorbeeld de Amsterdamse Waterleidingduinen en het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Dit gebied is één van de onderscheiden natuurgebieden in de Metropoolregio Amsterdam, waardoor dit samenwerkingsverband van 38 gemeenten zich positief onderscheidt van andere economische centra in de wereld. Het maakt ons uniek.
De komende jaren moeten er belangrijke keuzes rondom dit gebied worden gemaakt die te maken hebben met de afweging tussen voorrang voor landschappelijke waarden, recreatieve voorzieningen en woningbouw. Daar tussendoor speelt de afnemende rol van de rijksoverheid, die besloten heeft landelijk honderden miljoenen te bezuinigen op landschapsbeheer. Mijn bijdrage richtte zich op de presentatie van een aantal dilemma's, die tijdens een tweede bijeenkomst op 17 april door dezelfde aanwezigen besproken gaan worden.
De dilemma's gaan onder meer over de verhouding tussen wonen en landschap, recreatie en landschap, kwaliteit en geld.
Ook op het gebied van landschap wordt nagedacht over de toekomst.

Rob van Doorn

donderdag 4 april 2013

Een wandelboulevard langs het Spaarne

Soms is het net alsof de bezuinigingen ertoe leiden dat er in Haarlem geen grote werken in de openbare ruimte meer plaatsvinden. Niets is minder waar. Vorig jaar is de fly-over bij de N200 geopend, is het stationsplein officieel in gebruik genomen, van de Parnassiakade is een fietsstraat gemaakt en is bijvoorbeeld de eerste fase van de reconstructie Spaarndamseweg afgerond.


Dit jaar en later worden weer veel projecten in uitvoering genomen. Een opvallend werk is de reconstructie van de Turfmarkt, het weggedeelte tussen de Langebrug - de Verfroller - en de Gedempte Oude Gracht. Donderdag 4 april starten de werkzaamheden en al op 1 oktober van dit jaar is het werk klaar. Het effect zal een prachtige wandelboulevard zijn met bomen langs het Spaarne, een doorlopend tweezijdig fietspad van Schalkwijk tot in het stadscentrum en bewoners van de Turfmarkt zullen minder last hebben van de zware passerende bussen van R-Net, omdat de fundering wordt gefabriceerd van beton.

Onze stad wordt mooier, ook in tijden dat elke euro drie maal moet worden omgedraaid. We gaan hiermee door, ook al gaat het minder snel en kan niet elk werk op het gewenste moment worden gestart.

Rob van Doorn



dinsdag 2 april 2013

Moeilijke keuzes

Infrastructurele werken in een stad roepen altijd vragen op. De vervanging van het plaveisel op de Jan Gijzenkade is er daar een van. De vraag over het moment van asfalteren hangt samen met drie overwegingen.

De eerste betreft de aanpak van de riolering in de wijk Dietsveld. Dit is nodig maar moet gecombineerd worden met de aanleg van nieuwe riolering onder de Jan Gijzenkade.

De tweede overweging is gelegen in de aanpak van de Oostweg, het geheel van weggedeelten tussen de fly-over bij de N200 en de Vergierdeweg/Delftplein. Het onderzoek loopt en zal in de zomervakantie van dit jaar tot een uitkomst leiden. Dan weten we of de rondweg geheel een vierbaansweg wordt. Ook wordt dan duidelijk wat de toekomstige effecten zijn op de Jan Gijzenkade en de Eksterlaan en wat de kosten zijn van de voorgestelde aanpassingen. De Jan Gijzenkade en de Eksterlaan grenzen aan de Vondelweg. De discussie over de Oostweg moet uitwijzen of die weg straks wellicht veel meer verkeer te verwerken krijgt, wat ook zijn invloed heeft op de zijstraten.

Tot slot is al enige tijd duidelijk dat het verkeersaanbod op de Jan Gijzenkade, aan de noordzijde van het water, toeneemt. Dit leidt ertoe dat fietsers in het gedrang komen. Daar zit veel schoolgaande jeugd bij. Om die reden wordt uitgezocht of de hoofdfietsroute verplaatst kan worden naar de zuidzijde van de Jan Gijzenkade. Op het noordelijke deel is immers niet genoeg ruimte voor een tweezijdig fietspad wanneer de prachtige bomen dienen te worden behouden. Het verleggen van de fietsroute naar de zuidkant, betekent dat ook het kruispunt Spaarndamseweg/Vondelweg met de Jan Gijzenkade moet worden aangepakt.

Om financiële redenen is het nodig alle werkzaamheden zoveel mogelijk gelijktijdig uit te voeren. Wanneer nu uitsluitend het wegdek van de Jan Gijzenkade wordt vernieuwd, betekent dat op een termijn van enkele jaren weer openbreken en daarmee een kapitaalsvernietiging van enkele tonnen. Dat kan Haarlem zich niet veroorloven.

Het wegdek van de Jan Gijzenkade is slecht maar niet gevaarlijk wanneer rustig wordt gereden. De geluidsoverlast voor de bewoners blijft vervelend.

Haarlem zal ook hier moeilijke keuzes moeten maken. Dit jaar wordt duidelijk welke.

Rob van Doorn